Onze therapeut: Dimitri de Vriend
Viscerale therapie is een therapievorm die zich onder andere bezig houdt met de behandeling van de organen. “Visceraal” betekent dan ook letterlijk “de ingewanden betreffend”. Je spreekt het uit als “visseraal”. Kenmerkend voor de viscerale therapie, is dat de mens beschouwd wordt als een eenheid, een eenheid van alle lichamelijke structuren en processen die zich afspelen in het lijf. Zo kunnen bewegingsstoornissen in de spieren of gewrichten lijden tot pijn of bewegingsbeperking in armen, benen of in de rug. Maar wat vaak nog veel belangrijker blijkt te zijn, is de invloed van de bloedvaten, zenuwen, lymfe, organen en schedelbotten op het functioneren van het gehele lijf en het ontstaan van klachten. Vandaar dat de viscerale therapie ook de bewegelijkheid onderzoekt van deze belangrijke structuren. Deze structuren zijn allen nauw verbonden met bindweefsel waardoor ze elkaar direct beïnvloeden. Dankzij deze nauwe verbondenheid is het lichaam in staat om allerlei complexe processen nauwkeurig af te stemmen zonder dat we daar weet van hebben, zoals je ademhaling, je hartslag of je spijsvertering. We zullen ons hier pas bewust van worden als er klachten gaan ontstaan in deze systemen of in ons bewegingsapparaat.
Onderzoek
De viscerale therapie is er op gericht om middels het onderzoek de oorzaak van de klacht te achterhalen. Door met nauwkeurige onderzoekstechnieken de beweeglijkheid van de verschillende structuren vast te stellen, kan de oorzaak van de aanwezige klachten achterhaald worden.
Behandeling
Tijdens de behandeling richt de visceraal therapeut zich op de oorzaak van de klacht, die hij in het onderzoek gevonden heeft. Deze oorzaak kan gelegen zijn in de vele verschillende structuren die zich in het lichaam bevinden. Met zachte gerichte handgrepen beweegt de visceraal therapeut de betreffende structuur, met als doel de beweeglijkheid te verbeteren.
Oorzaak van de klacht
De oorzaak van de klacht is vaak gelegen op een andere plaats dan daar waar de pijn gevoeld wordt. Dit heeft te maken met de verbindingen van bloedvaten, zenuwen en bindweefsel tussen de organen en het bewegingsapparaat. Via deze verbindingen kan er door bv. een verminderde beweeglijkheid van het bindweefsel rondom de lever, een bewegingsprobleem en pijn in de rechter schouder ontstaan.